zaterdag 26 februari 2011

stage in Paramaribo

Ik ben nu een bijna een maand in Paramaribo. Het leven gaat hier gewoon voort. Het lijkt alsof de stad mij gewoon mee opslorpt in de dorst naar mensen.
Soms vraag ik me af of ik hier niet te zwaar op de maag lig.
Ik ben en blijf een bakra en dat valt op. Wij stagaires maken deel uit van het surinaamse straatbeeld.
Fietsend langs de drukke wegen,niet goed wetend of we nu links of rechts moeten rijden. "Links Lize! Links!" fluister ik mezelf toe telkens als ik de straatkant wil trotseren.
In groep zie je jonge blanken de straat tegemoetkomen. Op zoek naar hun stagewerkplaats.

Als westerling voel ik me hier soms zo klein. Met een andere visie,een andere bril over onderwijs trek ik mijn ogen open voor wat ik zie.
Ik heb veel respect voor het schoolhoofd van mijn stageschool. Hij heeft heel doordachte wijsheden. Toch botst hij regelmatig op tegen de beperkingen van het Surinaamse onderwijs:
gebrek aan subsidie,gebrek aan zorgleerkrachten,te kleine klaslokalen en te grote klasgroepen.

Aan de buitenkant van de schoolmuren lijkt het gebouw een heel normaal schoolleven te leiden. Maar de leerkrachten houden hun hart vast elke dag als ze naar school komen.
Weer zo'n grote klas,zoveel leerlingen.
mijn klas moet mee kunnen.  Ook die grote jongens daar achter in mijn 6de klas. Wanneer gaan ze nu eindelijk naar mij luisteren? Zouden ze dit jaar slagen om overgaan naar het mulo?

Nog eens een rep (surinaams voor toets) maken,nog eens huiswerk geven,nog eens uitleggen.
Ik wil klassikaal werken,want wat gaat er gebeuren als ik groepswerk toepas? 30 leerlingen. 30 banken. 30 stoelen. Dat is gelijk aan een stoelendans die nooit eindigt !

Zo ben ik het gewoon. Zo lesgeven: wijzen op de afspraken en hopen dat de leerlingen stil blijven zitten,naar me luisteren.De leerstof in zich opnemen terwijl ik de zinnen op het bord schrijf.
Achteraan in de klas zit een jong blank meisje. Ze komt hier stage doen. Haar ogen zijn op mij en mijn klas gericht.

...

Mijn juf uit de 6de klas van het lager onderwijs. Ze heeft het beste voor met haar klas. Ze wil dat iedereen door is voor de grote mulo-test.

Als een leerling zich niet gedraagt,roept ze hem na de les bij haar om hen er op te wijzen. Strafwerk. Afspraken moeten nageleefd worden. 'Schrijf neer hoe je je moet gedragen in de klas en laat het ondertekenen door je ouders.'

Verbeteren,verbeteren,verbeteren. Stapels verbeterwerk. Punten neerschrijven in het puntenboek. Aanwezigheden opnemen. Stapels werk.
Juf Esselien doet haar best.

Loonbriefje. Een bedrag gemeld door het ministerie van onderwijs en vorming. Zoveel belastingen betalen?
De leerkracht beeldopvoeding fronst haar gezicht. Een leerkracht verdient hier weinig in contrast met ons Belgisch landje.

De lessen beeldopvoeding verlopen hier heel anders. In stilte tekenen. De juf zit op een stoel te kijken of de leerlingen braaf zijn. De opdracht wordt op het bord geschreven en de leerlingen moeten het zo tekenen. Geen enkele leerling die zijn vinger durft op te steken. Een leerling verwondert zich als ik rondwandel en uitleg dat ik zijn tekening waardeer.

Juf Esselien is wat langs de stille kant. Maar ik respecteer haar. Ik probeer haar te helpen in de kleine dingen. Leerlingen helpen met remedieren tijdens het lezen. Het klaslokaal versieren. Een ordelijst en een beloonsysteem bedenken. De openheid en het vertrouwen groeit tussen ons.
Stap voor stap staat het zuiden dichter bij mij.
Dezelfde moedertaal,maar zo'n andere cultuur!

Vrouwelijke leerkrachten ontvluchten hier geregeld hun klaslokaal om hun collega een boodschapje te brengen: een babbeltje.nieuwe schoenen die haar te klein zijn,maar misschien heeft mijn collega wel die schoenmaat? Of misschien de nieuwe stagaire?
De nieuwste dieetkoek of  een nieuwe jeans... het wordt allemaal uitgewisseld tijdens de lessen door.
Een leerkracht hier heeft blijkbaar ook nog tijd voor andere dingen tijdens het lesgeven. Sms'en of eventjes een telefoontje plegen tijdens de les kan hier zeker geen kwaad.

Een dood moment. De turnles is weggevallen. De leerlingen moeten zwijgen en stilzitten.
Daar zijn 12-jarige pubers niet voor gemaakt,vind ik. En ik grijp mijn kans.
Voorzichtig vraag ik aan juf Esselien of ik de klas mag overnemen. Het mag. Zo kan juf Esselien rustig haar verbeterwerk afmaken.

Juf Lize staat voor de klas. Een leerling vraagt  met pretlichtjes in de ogen of ik hun een Belgisch liedje wil leren.
Nog geen 10 minuten later zingt een Surinaamse klas een Belgisch liedje uit mijn kinderjaren. Dit is prachtig. Ik ben ontroerd.

Mijn inspiratie groeit. Ik speel het spel 'Ik beveel!'. Gegiechel en gelach. Verwondering omdat ze langs hun bank mogen staan.Niet stil op de stoel blijven zitten.
Daarna volgt een tekendictee. Alle tekeningen mogen aan de muur hangen. Iedereen mag gezien worden. Ieder beeld is mooi. Met trots brengt ieder kind zijn tekening naar voren in de klas. Want ook hun tekening mag aan de muur gepresenteerd worden. Het enthousiasme groeit in de klas.
In gedachte denk ik aan mijn PO-lessen.Elk beeld is mooi. Dit heb ik geleerd van mijn docent en ik geef hem volkomen gelijk. Je ziet de leerlingen glunderen.

De pauze wordt vergeten door de leerlingen. We spelen galgje op het bord. De woorden komen uit het taalboek die ze voor hun dictee moeten oefenen.
Aan het einde van mijn lesje,stapt een leerling naar me toe. Hij tikt op mijn schouder en vraagt " Juf, wanneer kom je terug naar de klas?"
Ik glunder,bloos en groei van energie.
Dit is het mooiste compliment. Mijn hart vervult zich met warmte.
Mijn dag is goed.

Liefs,
Lize.

maandag 21 februari 2011

De eerste indrukken in Paramaribo

De eerste indrukken in Paramaribo

Het blijft aanpassen. Leven in een groep van 9 meisjes, leven in de hoogestraat,het ontdekken van het Surinaamse onderwijss… Het leven is hier wel degelijk anders,maar ik heb het gevoel dat ik me hier wel weet te redden.

 Leven in de hoogestraat,Paramaribo : een straat in het wat meer krottige gedeelte van Paramaribo. Zwerfhonden,zwerfvuil en houten huizen die lijken op instorten te staan zijn ons niet meer vreemd na twee weken weg van huis. Achter hoog hekwerk en beraamde tralies met een alarmsysteem in de omwalmde muren wonen wij ondanks alles goed en veilig. Zeker de gedachte dat Dennis en Sherida er altijd zijn om ons op te vangen,geeft ons een heerlijk,veilig en warm gevoel.

Uitlaatgassen hoesten we hier elke morgen op tijdens de fietstocht naar onze stageplaats. Fietspaden zijn hier nog niet uitgevonden. Af en toe merk je er eentje op,wat als een verademing voelt voor een fietsende stagiaire in een Zuid-Amerikaanse stad.

Douchen doen we in ijskoud water,wat min of meer een verfrissing geeft na een zweterige dag. Slapen doen we met de ‘fantilator’ aan. Een klamboe boven ons bed tegen de muggen. Met ‘tropical bush’ gesmeerd op onze benen trotseren wij ten slotte elke nacht onze slaap. Muziek om in slaap te vallen krijgen we er van onze buren gratis bij. Liefst dan nog loeihard. De voorkeur van de buren is voornamelijk R&B,waar ook wij heerlijk van kunnen meegenieten:overdag én ’s nachts. Ik camoufleer meestal het nachtlawaai met oordopjes in de oren en een zoemende ventilator op de achtergrond.

De andere buur heeft dan weer zo zijn eigen voorkeur qua muzieksmaak. Zo draaide hij op valentijnsavond melige,romantische muziek. Het leek wel alsof hij last had van liefdesverdriet.
Ook tijdens valentijn werden wij verwend. Onze huiseigenaar Dennis,die voor ons een uistekende gastheer en zelfs bijna ouder lijkt te zijn,had ons letterlijk in de bloemetjes gezet. 9 rode rozen voor 9 bloemen van meisjes.
Tijdens een training van het VVOB kregen we een bloemetje en een kaartje met een mooie valentijnswens op.
Valentijn is in Suriname niet zo zeer een commercieel gegeven,maar voornamelijk een dag waarop je lief bent voor elkaar. Zo wordt er in Surinaamse scholen een ‘miss en mister Valentine’ verkozen en op de werkvloer wensen collega’s elkaar een ‘gelukkige Valentine!’ met veel liefs toe.

Het leven in ons huisje staat hier nooit stil. Dennis en sherida ontvangen ons hartelijk en springen geregeld binnen. Sherida,de vrouw van Dennis, is als een echte mama voor ons. Zo leert ze ons hoe we moeten koken,het huis schoonhouden en de was te doen. Vooral de was doen is hier een hele ervaring op zich: met een semi-automatisch wasmachine uit de jaren 50 wassen we onze kleren in Ozonzeep. Ozonzeep. De beste zeep. Tuurlijk! Want die zeep wordt geproduceerd in het chemisch bedrijf waar Dennis werkt.

Hygiëne is hier boven alles. Sherida wijst ons er geregeld op. “Dames, jullie moeten hier zeker 3 keer per dag baden. Want met zo warm weer ga je zweten en het is belangrijk dat je lekker ruikt. Zorg er ook voor dat je je mooi maakt en je kan misschien eventueel een geurtje spuiten?’

Ook Dennis leert ons heel wat wijsheden bij. In de auto,tijdens een rondleiding doorheen Paramaribo,leerde hij ons de volgende Surinaamse levensles:
‘Dames, het leven is kort. Dus je moet er van genieten. Daarom moet je altijd deze dingen in je achterhoofd houden:
  • Wat gebeurd is,is gebeurd. Je kan er alleen maar zo goed mogelijk een oplossing voor proberen te vinden. Je moet er het beste van maken.
  • Ieder persoon heeft talenten, je moet die talenten gebruiken in het leven en zoveel mogelijk optimaal benutten.
  • Als je de bovenste twee tips combineert,dan is de toekomst meestal altijd succesvol.
  • Tenslotte, je moet goed zorgen voor jezelf. Dat is niet egoïstisch. Want als jij verdriet hebt,dan hebben je familie en vrienden dat ook. En dan maak je hun ook ongelukkig.’
Buiten de stevige omheining van ons huisje,ontdekken wij de stad. Zo helpt Sherida ons bij het verkennen van de Surinaamse winkels. In een Chinese supermarkt vindt je bijna alles. Vooral de Surinaamse bananenchips vind ik wel leuk. Net zoals de man met zijn winkelkarretje waarin hij zijn parkietje in een vogelkooi voortduwde in het daarvoor voorzien babyzitje van de winkelkar. Blijkbaar gaan Surinamers hier niet wandelen met hun hond,maar met hun parkiet.
De eigenaars van deze winkel hebben zelfs personeel om je winkelkarretje in en uit te laden aan de kassa. Daarna brengen ze je boodschappen netjes naar je auto en laden ze alle inkopen zorgvuldig voor jou in de kofferbak.

De straten van Paramaribo,leiden ons te voet naar het stadscentrum. Hier ademt Paramaribo.
Met een prachtige palmentuin,het presidentieel paleis en de mooi witgeverfde houten huizen.
In een uithoek van het stadscentrum vind je de oude stadskern met ‘Fort zeelandia’,waar nog geschiedenis huist van in de tijd dat Suriname een kolonie was. Het is er prachtig mooi en het brengt ons tot rust.

Groene ruimtes krijgen ademruimte tussen grote villa’s. En in een zijstraat van de palmentuin lonkt de ‘zus en zo’. Een gezellige plaats waar je heerlijk kan eten en drinken. Hier komen we meer terug. Na de drukte van de stad waarin wij leven, is het hier ontspannen met een watermeloensap of een heerlijke wokschotel met lichte Surinaamse invloeden.
Ook het café ‘het vat’ is een echte plakpleister voor ‘Braka’s’ (wat blanken betekent in het Sranan Tongo). Hier kan je genieten van een Parbo biertje en nemen ze zelfs je bestelling op per naam. “Een biertje voor berdien, een kersensap voor Lize, een cola voor Lotte en een cola voor Laura? Ok,dat komt in orde!”

De straten van Paramaribo zijn altijd levendig. Overdag en ’s nachts. Alleen in het weekend is het wat rustiger. Maar je moet niet verbaast opkijken als er een Surinaamse jongen je overdag nafluit met de gekste woorden. Als er hier een dame passeert,dan is dat geweten. ‘Dag poppetje!’ dag kippetje! Kom je met me mee?’ Tussendoor maken ze een geluid dat klinkt alsof ze een poes proberen te lokken. Alle Surinaamse beleefdheid ten spijt.

Paramaribo: levendige,drukke stad. Het doet me beseffen wat een contrast het is met België. Het doet me leren leven. Elke dag leer ik bij. Over mezelf,over mijn omgeving,over mijn familie en vrienden. Ik ben hier nog maar pas. En toch. Ik besef nu al wat voor een pracht van ervaring dit is. Eentje om nooit te vergeten.

Liefs,
Lize –x-

maandag 14 februari 2011

Aankomst in Suriname

Het. Is. Zo. Ver. Iets wat ontzettend veraf leek,is nu ontzettend dichtbij. Ik kan het soms nog altijd niet geloven dat ik hier aan de andere kant van de wereld zit. De Atlantische oceaan over. Hup de wolken in. En hup gedaald op een plaats die nu nog onbekend is voor mij.

En toch moet ik het geloven. Met ogen vol verwondering kijk ik door een bril die me een heel andere wereld aanbiedt. Een wereld met éénzelfde taal,maar met een heel andere cultuur.
Suriname. Nederlandstalig,tropisch warm en groen land: ik heb u lief vanaf het eerste moment dat ik u ontmoette.

Paramaribo. In deze stad klopt het hart van Suriname. En of dat hart klopt: prachtige houten huizen pompen bloed door het midden van het stadscentrum.
De palmentuin met de apen,het onafhankelijkheidsplein,fort zeelandia, het paleis en de vrolijke muurschilderingen van ‘Parbo Bier, dat n’ a biri !’ geven dat hart van jou een extra boost.

 Natuurlijk zit er ook wat slijt aan dat hart. Sommige prachtige houten huisjes leiden onder de slijtage en smeken om een extra opsmukbeurt. Straten buiten het stadscentrum met zwerfvuil. Ontzettend veel auto’s die hoesten van de uitlaatgassen. Daklozen langs de straten onder afdaken. Auto’s met luide muziek. Maar. Ik denk. Dat is eigen aan elke stad.

Een vliegtuig bracht mij tot hier. In het vliegtuig leek het wel of iedereen vol verlangen zat te broeden op hun eigen ei. Dat van de één broedde al wat langer dan dat van de ander. Maar iedereen zat even hard vol spanning op het breken van dat ei te wachten. De aantocht van elk zijn eigen verhaal: een bezoekje aan familie, een buitenlandse opdracht voor het werk,  een leuke,boeiende vakantie en tot slot van toepassing op mij : een 3 maandenlange stage.

In de tussentijd werden wij verrast met een nep-surprise-ei. Airhostessen toverden allerlei soorten maaltijden uit hun hoed. Eén maaltijd verklapte al reeds een pikant voorsmaakje van Suriname.

Op een scherm kon ik volgen hoeveel uur ik nog geduld uitoefenen moest. Het was een hele kunst. Nog 8 u. Nog 7 u. Nog 6 u. Ik werd er moe van. Duizenden dutjes heb ik op het vliegtuig gedaan. En mijn reisgidsen en boeken die ik gekregen had op mijn afscheidsfeest,had ik als remedie voor tegen de verveling bij de hand.

Geland. Berdien,Annelore,Lotte,Laura,Joke. Uitstappen geblazen. Een tropisch vochtte warmte komt op ons af. Het kruipt nog zachtjes in onze winterkleren die we één voor één proberen uit te trekken totdat we nog enkel een t-shirt aan hebben.

Luchthaven zanderij. Al van uit de lucht merkten we zoveel groen op. Ook hier. Pracht van groen. Waardevol groen. Ik hoop dat een mens beseft wat een waarde dat met zich meedraagt.
Een long van een bos dat de aarde ademt,bewonderden wij van uit de lucht : het tropisch regenwoud dat het binnenland van Suriname inboezemd. Stiekem hoop ik het tijdens deze reis te mogen ontmoeten.

Zwaargeladen koffers in de aankomsthal van de luchthaven beloven een 3 maandenlang avontuur. Dat avontuur werd hartelijk ontvangen door de eigenaar van ons huisje : Dennis Tjoen A Choy. Met een warm ontvangst verwelkomt hij ons. Welkom. Dit is Suriname. Ik ga het jullie laten zien.

Instappen maar. In de tussentijd vertelt Dennis ons de levenslessen van Suriname.
We doorkruisten eerst het district Para. Les 1 van Dennis : “ Je bent nu in ons land. Welkom. Het is een land met dezelfde taal,maar met heel veel verschillende culturen. Dat is aanpassen. Daarom,luister goed naar wat ik zeg. Ik wil je hierin leren en helpen.”

Eén rechte weg.20 minuten verder van het district Para. Lelydorp. Les 2 van Dennis: “Surinamers leven buiten. Alles gebeurt buiten op straat.Binnen is het te warm,buiten is het levendig leuk en goed.
Kleine voetnoot : we rijden links op straat. Een erfenis van de tijd dat Suriname nog een kolonie was van Engeland.”

Als inzittende in Dennis’ auto,waar het stuur ook inderdaad links staat,voel ik me inderdaad alsof ik elk moment tegen een auto kan aanbotsen. Maar geen zorgen,dennis is een goede chauffeur en probeert met de nodige mompelingen zich te redden in het drukke verkeer.

Links staat voor mij wel vaker synoniem voor chaos. Bij het verkeer in Suriname is dat net hetzelfde. Brommers smijten zich voor auto’s,fietsers fietsen amper 10 cm van een auto af en voorbijsteken tegen volle snelheid kan hier altijd en overal. Een opa op een brommer voor onze auto in. Dennis toetert en roept op een grappig Surinaams toontje ‘ OPA !’ om te laten blijken dat hij aan de kant moet wijken.

Als laatste deel van onze reis,steken we de surinamerivier over via een gigantische brug. Deze brug verbindt ons naar ons verblijf in Paramaribo. Jaarlijks gaan hier zwemwedstrijden door.
Na een rondleiding in Paramaribo,komen we aan in ons nieuw verblijf dat 3 maanden lang ons thuis zal worden.

Voor sommige van ons is het aanpassen. We leven in de hoogstraat 73. Achter hoog hekwerk en goed beveiligd alarmsysteem. Naast houten huisjes die op krotten lijken. Waar straathonden en vuil rondzwerven. En waar ’s avonds auto’s luide muziek draaien en de passagiers van hun auto’s drugs dealen.
Maar we zitten veilig. En dankzij Dennis en zijn familie warm,ondanks de drukte die heerst op straat. De 2 zonen en de vrouw van Dennis,Sherida,springen geregeld binnen om van dit huis een thuis te maken.
Ik probeer hier te aarden door mijn kamer wat te versieren met spulletjes van thuis. Net zoals Dennis en Sherida ons versieren met een netjes gekuisd huis,met verse lakens op verse bedden en een verse heerlijke maaltijd op een gedekte tafel waaraan iedereen welkom is.
Eindelijk ben ik in Suriname.

Liefs,
Lize.

dinsdag 1 februari 2011

Het naderende vertrek naar Suriname,Paramaribo

De laatste weken in België :
  • Geen gesleur meer van toelatingspapieren en beurzen die mijn vertrek naar Suriname hinderen. Dat is gelukkig allemaal achter de rug.
  • Een fantastisch,leuk afscheidfeest vol met kaartjes en cadeautjes van allemaal lieve mensen die mij het beste wensen.
  • Nog een paar laatste prachtige weken met mama,papa,zus,broer en niet te vergeten mijn liefje.
  • Elke keer als ik door ons straatbeeld wandel,vraag ik mij af hoe het er volgende week in Paramaribo aan toe zal gaan....
Het is bijna zo ver : deze zaterdag vertrek ik !!!!!!! Whaaa ! Zo spannend !!!
Ik ben zo ontzettend benieuwd,maar ik besef het nog niet. Reizen buiten Europa,leven op een plek aan de andere kant van de wereld met een heel ander klimaat en cultuur... het is me nog nooit overkomen.
Vanaf zaterdag 5 februari gebeurt dàt allemaal voor de eerste keer in mijn leven.

Ik ben er behoorlijk zenuwachtig om. Zal ik mijn vliegtuig niet missen? Komt mijn bagage wel terecht? Gaat de kotbaas ons vinden op de luchthaven? En ga ik niet omkomen van de warmte ?
Allemaal zo nieuw en onbekend voor mij ...

Allessinds, het wordt een pracht van een avontuur dat ik niet gauw ga vergeten. Ik verblijf in het hartje van Paramaribo. We zullen hartelijk verwelkomt worden door onze kotbaas,Dennis.
Samen met 5 andere meisjes zal ik stage lopen als leerkracht. Mijn stage zal doorgaan in het VVOB- kantoor.

VVOB staat voor Vlaamse Vereneging voor Ontwikkelingssamenwerking en technische bijstand.Hier zal ik samen met een heel team een project ontwikkelen dat 'actualiteit in de klas' heet.
Een tijdje terug sprak ik via skype met de coördinator van mijn stagetraject over de inhoud van mijn project. Ik zal samen met het VVOB een trainingspakket ontwikkelen voor leerkrachten en studenten in de lerarenopleiding rond het thema 'actualiteit in de klas'. Mijn coördinator vertelde daarnaast over de aangename werksfeer en het leuke team. De inhoud van mijn project,ga ik voornamelijk daar  met heel het team onderzoeken en ontdekken.
Kortom, ik heb er ontzettend veel zin in !

Tot de volgende blog,
Liefs,
Lize -x-